verleden

Op 18 maart 1900 werd de Football Club Ajax (deze keer goed gespeld) opgericht. Dit gebeurde tijdens een vergadering in Café Oost-Indië in de Kalverstraat. De club sloot zich aan bij de Amsterdamsche Voetbalbond (AVB) en ging haar thuiswedstrijden spelen op een veldje in Amsterdam Noord.

De eerste jaren van de nieuwe club verliepen niet slecht. Twee keer werd de tweede plaats in het kampioenschap van de AVB bereikt en de eerste "prijs" werd ook gewonnen. De club ontving namelijk een medaille voor het beste doelgemiddelde. Deze resultaten werden beloond met een eerste wedstrijd buiten Amsterdam. Op 8 april 1901 won Ajax, in Haarlem, met 4-1 in een vriendschappelijke wedstrijd tegen het Nederlands elftal.

In het jaar 1902 werd Ajax toegelaten tot de landelijke voetbalbond, de NVB. In hetzelfde jaar promoveerde de club van de derde naar de tweede klasse. In 1907 moest de club uitwijken naar een andere locatie, omdat de gemeente weer huizen ging bouwen op de plaats waar Ajax speelde. Er werd een plaats gevonden aan de middenweg in de gemeente Watergraafsmeer. Er waren geen tribune's, geen kleedkamers en ook geen waterleiding. Het café aan de overkant werd door de spelers als kleedkamer gebruikt.

toekomst

De Toekomst is het sportcomplex van AFC Ajax en staat tevens symbool voor het hart van de vereniging. Hier spelen de vier amateur- en 14 jeugdelftallen en het tweede elftal van Ajax.



De eerste ideeën rond de ontwikkeling van de Toekomst stammen uit 1990. Op Voorland, het opleidingsterrein bij de Meer, waren te weinig wedstrijdvelden en de verschillende Ajax-elftallen werden op wedstrijddagen gedwongen op andere locaties te spelen. Er moest dus een trainingscomplex komen met multifunctionele ruimtes waarvan zowel het betaalde voetbal als de jeugd en het seniorenvoetbal gebruik kon maken.

Door een wijziging op de tekentafel is de Toekomst iets verder - op een afstand van 600 meter - van de Amsterdam ArenA komen te liggen dan gepland. Maar er is zoveel mogelijk naar gestreefd om de sfeervolle situatie van de Meer mee te verhuizen.

De teams trainen ook op dit complex. Andere talenten krijgen les in de speciale leslokalen, oud-spelers komen nog geregeld over de vloer in de prachtige kantine. Ook de bestuurs-, ledenraads- en ledenvergaderingen hebben hier plaats. Het restaurant verzorgt prima maaltijden voor spelers, maar ook voor bezoekers.

Uiterlijk is het 'clubhuis' van 4000 vierkante meter met zijn grote ronde bogen in harmonie met de Amsterdam ArenA. Bij het ontwerp is veel rekening gehouden met het verenigingsleven. Net als in de Meer liggen de velden en het clubhuis dicht bij elkaar. Het complex heeft een sportzaal, een krachthonk, vergaderruimtes, kantoren en een luxe kantine. Het is een ontmoetingsplaats voor spelers, leden, supporters en bezoekers.

Aan de zijkant van de Toekomst prijken op de grote muur nog steeds de letters 'ajax', zoals die op het dak van de eretribune van 'de Meer' stonden. Deze letters zijn een symbool van de jeugdopleiding. Zoals de jeugd op Voorland het vroeger had over 'het spelen tussen vier masten', zien de Ajax-talenten vanaf de Toekomst het prachtige dak van Amsterdam ArenA en kunnen ze ervan dromen daar ooit eens te spelen als Ajacied.